Aggie van der Meer (1927-2023)
Op 12 augustus 2023 is Aggie van der Meer op bijna 96-jarige leeftijd overleden. Ze was tot op het laatst een onvermoeibare creatieve strijdster voor vrede, milieu en rechtvaardigheid. Haar bevlogen geest kwam tot uiting in haar boeken en haar politiek-maatschappelijke acties en heeft velen geïnspireerd.
Creativiteit was de rode draad in haar leven. Dat blijkt uit de grote reeks aan gedichten, romans, toneelstukken, liedteksten, tekeningen, wandlappen, tuinontwerpen, acties tegen kernwapens en voor het milieu en rechtvaardigheid. Het begon al jong bij de verkennerij en op 21-jarige leeftijd danste ze als nar voor de koningin voor het stadhuis van Bolsward. Naast de zorg voor haar zes kinderen haalde ze haar bevoegdheid om tekenles te geven en gaf ze les op diverse middelbare scholen. In 1964 debuteerde ze als schrijver met het kinderboek “It kemiel fan omke Romke”.
Eind jaren zestig, begin jaren zeventig maakte ze furore met de toen populaire wandkleden. Ook organiseerde ze toen de eerste demonstratie in Bolsward ooit: tegen de oorlog en hongersnood in Biafra. Dit overigens geheel tegen de wens van de toenmalige burgemeester. Opkomen voor slachtoffers en prikkelen van het gezag zat er toen al in bij Aggie. Een andere actie betrof de milieutuin die Aggie begin jaren zeventig aangelegd kreeg op een braakliggend terrein achter de Werkmansbloei in Bolsward en die de nationale televisie haalde. Deze wilde tuin met kronkelende paadjes leverde in de stad veel controverse op en werd door het gemeentebestuur een aantal jaren later toch weer vervangen door een kaal grasveld.
In die jaren volgde ze een opleiding tot tuinarchitecte en zette ze samen met haar man Herman een hoveniersbedrijf op. Ook begon Aggie met tekenen en schilderen. Later was ze onvermoeibaar bezig binnen het IKV om de kernwapens de wereld uit te krijgen, om te beginnen uit Nederland. In de jaren tachtig ging dat steeds meer over in actie voor milieubehoud in Friesland onder de toen nog politiek onschuldige naam “Leefbaar Friesland”.
In de negentiger jaren ging het tekenen en schilderen langzaam over in de ambitie om (weer) te gaan schrijven. Daarbij koos Aggie verrassend voor het Fries terwijl ze van huis uit en in haar gezin geen Fries spraken. Met een aantal extra lessen Fries kwam ze een heel eind, wat bleek toen in 2000 haar eerste Friese dichtbundel “De stêd, it bist, de ingel” uitkwam en positieve recensies ontving. Op basis van deze dichtbundel maakte ze ook een toneelstuk voor toneelgezelschap De Blaue Toer in Bolsward.
Daarna volgde een constante stroom van romans, gedichten en toneelstukken. En veel opiniestukken in de Leeuwarder Courant. Want het was volgens Aggie onbegrijpelijk waarom mensen niet zagen dat het roer drastisch om moet om zowel de aarde als de maatschappelijke vrede te redden.
Het verlies van haar hechte partner Herman in 2011 was heel zwaar voor haar. Toch vond ze de kracht en inspiratie om de draad weer op te pakken en ook tot nieuwe publicaties te komen. Zelfs toen ze vanwege haar lichamelijke gezondheid niet meer thuis kon wonen, bleef de drang om te schrijven groot. Toen ze in 2019 de Gysbert Japicx Priis won, was ze stiekem toch wel trots op zichzelf. En de erkenning voor haar werk deed haar goed.
Misschien wel door te blijven schrijven en alert te reageren op wat er in de wereld gebeurde, kon ze tot hoge leeftijd kritisch blijven en veel uit het leven blijven halen. We zullen die onstuitbare energie blijven missen.
Aggie's grote oeuvre wordt gekenmerkt door zijn uniciteit en kwaliteit
Haar werk is caleidoscopisch, alle kleuren komen voorbij en door haar onopvallende, natuurlijk-psychologische schrijven, begrijpen we veel meer van onszelf en iedereen om ons heen.