Hu Wu en Misty Mac
Jelle van der Meulen oer "Hu Wu en Mist Mac":
Het is misschien wel het meest frivole werk dat Van der Meer tot nu toe liet zien. In 23 korte tot zeer korte hoofdstukjes maken we een korte periode mee uit het leven van de zakenmannen Ho Wu en Misty Mac. In het eerste hoofdstukje wordt de BV Ho Wu en Misty Mac geïntroduceerd, al komen we er niet veel over te weten. Ook de mannen zelf blijven vaag. Misty Mac wordt vergeleken met een gnoe die losgeraakt is van zijn kudde. Poëtisch, zoals we gewend zijn van de auteur, schildert Van der Meer in de openingsalinea deze hoofdfiguur die 's nachts als de wolven huilen 'denkt aan alles wat hij niet begrijpt of waar hij hoogstens het begin van een vermoeden van heeft'. Hij weet soms niet eens waar hij aan denkt als 's avonds het werk gedaan is en Ho Wu daarnaar vraagt. Maar erg is dat niet want: "Ek as de gnoe sliept en Porgulesi him troch de sigarereek hearre lit, witte se wêr't it om giet."
De beide mannen zijn blijkbaar goede zakenlui die altijd op zoek zijn naar de beste investering en dag en nacht geld voor hen laten werken en geld genereren. Daarbij lijkt Wu de meest gewiekste, hij heeft de zaak ook overgenomen van zijn moeder, en Mac heeft wat meer dan Wu nog een zachte kant en denkt ook wel aan andere dingen dan zaken. "Dan fielt Mac dat him wat singeliers troch it sin gien is, dan heart er wat, eat wat er daliks net thús bringe kin, wat net ien oars heart. Eat út in oare laach." Toch heeft ook Wu, "de heechachte ûndernimmer", zijn zachte momenten en dan voelt Wu zich een kind dat "nettsjinsteande it bikkelhurde, opslorpjende sakelibben syn gefoelichheid hâlden hat." Maar dat moet natuurlijk niet te vaak gebeuren.
Het is mooi om te zien hoe de auteur thematiek en motieven uit eerder werk ook in deze meer humoristische novelle weet te vlechten. Regelmatig komt de natuur ter sprake en niet alleen als het over de gnoe in Mac gaat. We krijgen te maken met een wolf, al dan niet in schaapskleren, ratten, die ook spijt krijgen als ze een verkeerde beslissing genomen hebben en Mac en Wu gaan ook nog op safari in Kenia. Speels wordt zelfs de wereldpolitiek erbij gehaald, in een van de laatste hoofdstukjes bijvoorbeeld, als Mac en Wu fantaseren dat ze door Trump en Poetin uitgenodigd worden op de datsja van de laatste. Het blijft allemaal wat aan de oppervlakte, dat kan ook niet anders - het hoofdstuk 'Datsja' is krap een bladzij lang - maar het is wel een aardig speldenprikje.
Ook andere speldenprikken worden vaak op een lichte toon uitgedeeld, tegen milieuvervuilende concerns als Monsanto of Bayer, tegen het lawaai van straaljagers ("The Americans are in this theatre en dat sille wy witte"), tegen handelsverdragen als TTIP, het lakse uitvoeren van het klimaatverdrag van Parijs of moderne fratsen als multitasken 'dat zijn beste tijd al weer gehad heeft'. Uiteraard is het de zakenwereld waar de meeste pijlen op gericht worden. Mooi humoristisch is dat bijvoorbeeld te zien in het hoofdstukje waarin Mac en Wu overleggen of ze zullen investeren in een project van prins Charles. Met een zoete port en een sigaar overdenken de beide zakenlui deze kwestie:
'Wa wit,' seit Mac, 'sitte yn Highgrove House Charles en Camilia no beide, elk yn har eigen crapeau, ek oan in portsje, draaie sy wat mei de ring dy't, lykas bekend, fan de beppe fan Charles, Elisabeth Bowes-Lyon, west hat, wylst hy har besiket út te lizzen wat er fan doel is mei de kânsrike opkommende weryntroduksje fan in bepaald soart ierappels út Peru dy't hiel geskikt wêze sille om bygelyks yn de Salomonseilannen, wêr't se dochs al konneksjes mei ha, útset te wurden.'
'Wêrom ierappels?'
'It kinne ek biten wêze of beannen, Wu, mar soks sil it wêze. Yn alle gefallen wat streksums wêr't it gewoane folk wat oan hat.'
'Is it sa'n man, Mac?'
'Sa'n man skynt it te wêzen, Wu.'
Prachtig humoristisch is het hoofdstukje waarin de heren op stap gaan met 'de dames Vonk'. Museumbezoek is niet erg aan Mac en Wu besteed, ze halen Pollock en Rothko door elkaar, maar het etentje maakt een hoop goed. Het meest humoristisch is het hoofdstukje 'Hinnen' waarin de vader van Wu aan de telefoon is. De manier waarop Wu met hem door de telefoon spreekt, een gesprek waar Mac zich ook nog eens mee bemoeit, is ronduit hilarisch. De korte hoofdstukjes zijn vrijwel allemaal grotendeels opgebouwd uit dialogen en Van der Meer laat in dit hoofdstuk zien wat een geweldige dialogen ze kan schrijven.
Zo diep als andere boeken van deze auteur graaft dit boek niet, maar de humoristische wijze waarop het zakenleven in deze novelle wordt neergezet is er in feite niet minder kritisch om. En zo heeft Aggie van der Meer weer een verrassend boek geschreven, waarin ze op een bijzondere manier een fragment van onze hedendaagse maatschappij tegen het licht houdt.
Lês de folsleine resinsje fan Jelle van der Meulen.
Oankeap | |
---|---|
ISBN | 97890825762 |
Siden | 56 |
Útjouwer | Grotesk |
Jier | 2016 |